Een bouwvergunning voor een nieuwbouwwoning wordt steeds duurder. Dit jaar zijn de kosten (bouwleges) gemiddeld met 2,4% gestegen. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van de Vereniging Eigen Huis (VEH). In sommige gemeenten zijn de kosten zelfs meer dan verdubbeld.
Voor een bouwvergunning maakt het nogal uit waar je je huis laat bouwen. Is dat Eemnes, dan vraagt de gemeente 8.239 euro voor een bouwvergunning voor een huis met 170.000 euro aan bouwkosten. Maar kies je voor een woning in buurgemeente Huizen, dan ben je een stuk voordeliger uit. Deze gemeente vraagt 3.606 euro: een verschil van maar liefst 4.633 euro.
Koop je een nieuwbouwwoning in Den Haag, dan ben je voor de bouwleges 2.057 euro verschuldigd. Een paar kilometer verderop, in Wassenaar, krijg je een rekening van 8.901 euro gepresenteerd: ruim vier keer zo hoog als in de hofstad dus.
Grote verschillen
Dergelijke grote verschillen zijn de Vereniging Eigen Huis al jaren een doorn in het oog. De belangenvereniging dringt er daarom opnieuw bij het kabinet op aan om de kosten te leggen.
De gemeente Kerkrade heeft dit jaar de grootste prijsstijging doorgevoerd. De kosten voor een bouwvergunning voor een gemiddeld nieuwbouwhuis zijn daar met bijna 150% gestegen naar 8.269 euro. Vorig jaar kostte exact dezelfde vergunning nog 3.316 euro.
Ook in Leiden is de prijs ruim verdubbeld: van 3.548 euro naar 7.640 euro.
Dit zijn de duurste gemeenten
Maar wie denkt in Kerkrade het duurst uit te zijn heeft het mis. De absolute koploper is Terschelling, waar 11.946 euro moet worden afgetikt voor een vergunning; 94% meer dan in 2019. Hierna volgen Oegstgeest (9.180 euro) en Veendam (9.005 euro).
Zij stoten Voorschoten van de troon, die vorig jaar de hoofdprijs vroeg (12.000 euro) voor een vergunning. Deze gemeente heeft de kritiek van de VEH ter harte genomen en de leges dit jaar met bijna 29% verlaagd naar 8.840 euro.
Ook Baarn heeft de tarieven verlaagd: van 7.480 euro in 2019 naar 4.920 euro. Dat is een verschil van 34%.
… en dit de goedkoopste
Huizenkopers zijn het goedkoopst uit in Den Haag (2.057 euro), gevolgd door het Limburgse Beekdaelen (2.351 euro).
Ook voor vergunningen voor een verbouwing zijn er grote prijsverschillen. Zo betaal je in Veenendaal 963 euro voor een vergunning bij een bouwsom van 10.000 euro, terwijl je in Den Haag voor 121 euro klaar bent. Je bent in Veenendaal dus bijna acht keer zo duur uit als in de hofstad, voor dezelfde dienstverlening.
De reden voor deze verschillen is dat gemeenten de kosten op verschillende manieren berekenen. De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft een kostenmodel ontwikkeld. Maar veel gemeenten laten dat links liggen, omdat ze niet verplicht zijn om deze methode te gebruiken.
Door deze lappendeken van rekenmethodes is het volgens de Vereniging Eigen Huis onmogelijk om te checken of de bedragen in redelijke verhouding staan tot de werkzaamheden. Daarom roept de belangenorganisatie gemeenten op om open kaart te spelen over hun kostenberekening.
Dubbele verhoging
De bouwleges zijn niet alleen afhankelijk van het tarief dat de gemeente rekent, maar ook van de bouwkosten van het huis. Het gaat namelijk meestal om een percentage van de bouwkosten.
Omdat ook de bouwkosten de afgelopen vijf jaar zijn opgelopen (met ruim 17%), worden kopers van een nieuwbouwwoning dus geconfronteerd met een dubbele verhoging: die van de bouwkosten en die van het legestarief. Gemiddeld betaalt een koper van een nieuwbouwwoning dit jaar 25% meer voor dezelfde vergunning dan in 2015, zo blijkt uit berekeningen van de VEH.
Dat is een groot verschil dan bijvoorbeeld bij de OZB en het eigenwoningforfait, waar de tarieven juist meestal dalen als de waarde van de woning stijgt.
Hoeveel betaal ik in mijn gemeente?
Ben je benieuwd hoe jouw gemeente het ervan af brengt? Dit kun je checken op de website van de VEH.